Leg jouw (klein)kids met slaperige oogjes in bed. Groot licht uit, schemerlap aan. Zorg voor een vleugje vanillegeur en schraap je stem. Hoog tijd om een sprookje voor te lezen! Olifantenpudding.
‘Ik snap het totaal niet,‘ zegt Millie de muis terwijl ze in haar pudding op het fornuis roert. De dikke olifant Bolle, haar beste vriend, schudt zijn enorm grote hoofd. ‘Nee, ik begrijp het ook niet. Jij bent zoooo klein.’ Millie draait zich om en kijkt omhoog: ‘Blijkbaar zijn jullie bang dat we in jullie slurf kruipen. Stel je voor. Brrrrr! Ik moet er niet aan denken! Zo’n donker hol.’ Bolle heft zijn slurf omhoog en met één oog dicht kijkt hij erin. Hij ziet nog een restje pudding zitten. Hij roept: ‘Ik ben weg Millie! Denk eraan, morgenmiddag komen mijn 5 neefjes op bezoek en jij hebt beloofd om een pudding te maken voor hen. Ik reken op je, lieve vriendin.’ En weg is hij.
Millie begint op haar muizenpootje te tellen: ‘Bolle plus één, twee, drie, vier, vijf… dat zijn zes olifanten!’ Ze draait het vuur uit en begint als een dolle rond te hollen: ‘Alarm! ALARM!‘ Meteen komt haar man Pluis uit de slaapkamer: ‘Millie, wat is er aan de hand?’ ‘Morgen serveer ik pudding bij de vijver in het bos voor 6 olifanten!’ Pluis schudt zijn muizenhoofdje: ‘En dan?’ ‘Hoor je niet wat ik zeg Pluis? OLIFANTEN! Eén olifant eet zoveel als 1000 muizen. Dat krijg ik nooit klaar.’
Plots begint Millie hartverscheurend te huilen. Pluis wil helemaal niet dat Millie weent. Hij neemt een zakdoek uit zijn muizenjas, veegt haar tranen weg en troost haar: ‘Millie, ik zal je uit de nood helpen. Vertrouw op mij. Maak jij nou maar jouw lekkere pudding klaar en alles komt in orde.’ Millie snuft: ‘Echt?‘ Pluis knipoogt naar haar: ‘Echt waar.’
Millie begint als een gek te koken en haalt al haar potten en pannen uit de kast. Ze zwoegt en zweet en blijft heel de nacht pudding maken. Heel haar muizenhuis staat vol met kommen, schalen, zelfs bloempotten en koffietassen met pudding. Om acht uur ’s ochtends valt ze als een blok in slaap in haar kleine muizenbed. Om elf uur schudt Pluis haar wakker: ‘Millie! Opstaan, straks ben je te laat!’
Millie wrijft in haar ogen en snuft: ‘Ik heb wel voor zeventig muizen pudding gemaakt, maar dat is niet genoeg.’ Ze kijkt sip, maar Pluis lacht: ‘Ik heb alles in de vrachtwagen geladen. Stap snel in en vergeet jouw keukenschort niet.’
Millie zit met een bang hartje in de wagen als ze naar de vijver rijden. Als ze daar aankomen, kan ze haar ogen niet geloven. Al haar vrienden, familieleden, neven, nichten, tantes en hun familieleden en hun familieleden staan met duizenden puddingschalen te wachten.
Ze begint te huilen van ontroering. Pluis schrikt: ‘Ben je niet blij Millie?‘ Ze kijkt hem met grote kraaloogjes aan: ‘Héél blij Pluis. Wat kan ik toch zonder jullie beginnen?’ Ze steekt haar muizenpootjes in de lucht en gilt: ‘Dankuwel allemaal!’ Iedereen klapt hard in de muizenpootjes. Plots voelen ze de grond daveren. Olifanten! Alle muizen beginnen gehaast door elkaar te rennen. Pluis fluit op zijn muizenvingers en roept: ‘Allemaal wegwezen! We weten dat olifanten schrik hebben van ons en dan beginnen zij rond te rennen. Dat is héél gevaarlijk. Dus iedereen naar huis. Nu!’ Alle muizen verdwijnen snel, behalve Millie en Pluis.
Bolle komt met borst vooruit en met opgeheven slurf naar de vijver met zijn vijf nieuwsgierige neefjes achter hem aan. Als de neefjes Millie en Pluis zien, beginnen ze zenuwachtig te stampen en met hun slurf heen en weer te wiegen. Bolle staat stil en heft zijn slurp op: ‘ Stilte! Geen paniek lieve neefjes. Ik stel jullie graag voor aan mijn beste vrienden: Millie en Pluis.’ De muizen steken hun muizenpootjes in de lucht en zwaaien hevig heen en weer. Ze weten dat olifanten niet zo goed kunnen zien.
Bolle neemt Millie op zijn slurf en gaat wat dichter naar zijn vrienden. Die vinden het maar eng. Bolle sust: ‘Hey, jullie hoeven echt geen schrik te hebben. Millie, vertel jij het maar.’ Millie schraapt haar keel en roept heel luid: ‘Lieve olifanten, wij willen niet in jullie vieze… euh… donkere slurf kruipen. Dat vinden wij héél eng. Wij zijn zelfs bang. Jullie zijn zo groot en jullie zien niet zo goed. Dus wij zijn bang dat jullie op ons trappen.‘ De vrienden zuchten opgelucht en praten zacht tegen elkaar. ‘Hebben jullie honger?‘ vraagt ze. Ze knikken allemaal. ‘Al mijn vrienden en familie hebben voor jullie een fantastische olifantenpudding gemaakt. Smakelijk!’
Bolle zet Millie neer. Zijn neefjes kijken rond en zien dan de duizenden gekleurde stippen in het bos. ‘Wauw!’ roepen ze luid en ze beginnen met hun slurf omhoog te trompetten van blijdschap. Bolle bloost: ‘Dat is fantastisch! Een bos vol puddingpotjes met verschillende smaken en kleuren. Een écht buffet met olifantenpudding. Millie, dat had ik nooit durven dromen. Dankjewel!’
De olifanten smullen en smikkelen een hele tijd lang. Na het fantastische festijn van olifantenpudding springen de olifanten met luid getrompetter in de vijver. Ze sproeien elkaar nat van plezier. Wat een fijne dag!
Millie en Pluis gaan arm-in-arm naar huis met een brede glimlach op hun muizensnoet. Sindsdien zijn ze de beste vrienden met alle olifanten.
Meer lezen?
Voor tieners:
Voor jezelf:
Laat een reactie achter