Voorleesverhaaltje: Hongerige aapjes in de jungle

voorleesverhaal

Honger kennen we allemaal. Of gaat het hier om ‘goesting’. Gewoonweg zin in een lekker hapje. En ja hoor, aapjes willen ook wel eens een lekkernij (stelen). Een lekker voorleesverhaaltje.

Franky – de franje aap – ligt lui te niksen en laat de wind zachtjes door zijn witte en zwarte lange manen wapperen. Naast hem ligt Bart, de baviaan. Ze zijn al jaren de beste vriendjes. Franky vindt de apenstreken van Bart heerlijk. Hij zit vol ondeugende ideeën en ze halen met zijn tweetjes veel kattenkwaad uit. Bart bewondert elke dag de mooie pels in zwart en wit van Franky. Zijn vacht blinkt en schittert in de zon.

Vandaag is het woensdag en eigenlijk moesten de twee aapjes van hun mama-aap noten rapen en vruchten plukken. Zo kunnen de families vanavond extra gezond en lekker eten. Maar Franky en Bart hebben eigenlijk geen zin in hun taak. Ze liggen al een uur te luieren in een boom. Ze zijn nog moe van het spelen. Slingerend van tak tot tak en van boom tot boom hebben ze tikkertje gespeeld. Nu kijken ze naar de dieren die onder hun langs wandelen.

Daar heb je Zoë, de zebra!’, roept Franky. ‘Oh wauw,’ antwoordt Bart, ‘en daar komt de familie Wildebeest aan. Wat hebben die toch enorm veel neven en nichten.’En daarachter, Geralda, de giraf!‘ gilt Franky terug. Zo vertellen de twee aapjes aan elkaar wie ze kennen, terwijl ze in de zon liggen.

Wat was dat geluid in je buik?‘, vraagt Franky aan Bart. ‘Mijn maag knort. Hadden we toch maar naar mama geluisterd, dan konden we nu al wat noten eten en...’ ‘Ssssst!’, fluistert Franky, ‘daar komt weer zo’n groot voertuig.’ ‘Jaja,‘ grinnikt Bart, ‘wie weet kunnen we wel iets stelen.’ ‘Stelen?!?‘, roept Franky angstig. ‘Dadelijk stoppen die om te parkeren en dan stappen die rare mensen uit. Die hebben heel vaak lekkere hapjes bij.’

En gelijk heeft hij. De grote bus stopt een paar bomen verder en zeker twintig mensen stappen uit. Ze lopen wat rond en zoeken een plekje om hun tenten op te zetten. Franky en Bart hebben zich naar een boom dichtbij de bus geslingerd en kijken met grote ogen naar de mensen.

Na een uurtje staan de tenten recht en gaat de groep een wandeling maken. Toch blijven er twee mensen achter en die beginnen een tafel te zetten. Op de tafel plaatst de kok met witte schort groenten, fruit, noten, brood, boter, vlees en koekjes netjes naast elkaar met lepels en vorken om op te scheppen.

‘Nom nom nom,‘ kwijlt Franky. ‘Ja, dat ziet er zo lekker uit’, antwoordt Bart, ‘Franky, ik zie een raam openstaan in de bus. Als jij erdoor klimt, dan kan je binnen eens kijken of je daar nog lekkere dingen kan meenemen.’ ‘Waarom ik?,’ piept Franky benauwd. ‘Jij bent een stuk kleiner, dus jij kan gemakkelijk door de raam. Ik neem het gevaarlijke werk op mij.’ ‘Ge-ge-gevaarlijk?’ stottert Franky. ‘Ja, ik ga proberen wat brood, fruit en noten te stelen van die tafel. Maar die man, die alles aan het klaarmaken is, ziet er nogal groot uit. Dus ik moet snel zijn.’ ‘OK dan,’ zucht Franky, ‘ik zal proberen in de truck te geraken.’

1, 2, 3, go!’, roept Bart. Franky slingert zich elegant naar de boom, dichtbij de grote bus. Bart laat zich stilletjes naar beneden glijden uit de boom. Hij zet zich schrap om te lopen zo hard hij kan. Ondertussen heeft de kok nét voor hemzelf een lekker broodje klaargemaakt. Hij heeft de boterhammen gesmeerd met mayonaise en belegd met sla, tomaten, wat geraspte wortelen en een flink stuk kaas. Hij kijkt even rond en zoekt iets. Hij legt zijn broodje op een bord op tafel en gaat terug naar de bus om iets te halen.

Dit is mijn kans!,‘ denkt Bart en hij rent naar de tafel en grist het broodje mee. Nét als hij terug wil hollen, komt de kok aangelopen met een katapult. Hij stopt er een steen in en schiet de steen naar Bart. ‘Auw!’, roept Bart uit, maar hij loopt verder en klimt de boom in. Hij slingert zo snel hij kan naar hun eerste boom, waar net ook Franky is aangekomen.

Franky grijnst breed naar Bart en neemt de boterhammen aan. ‘Wat heb jij dat goed gedaan Bart! Hmmmm, ik kan niet wachten om mijn tanden erin te zetten. Véél beter dan noten en bananen. Maar, wat is er?’ Plots begint Bart enorm luid te huilen. ‘Boehoeh! Ik heb zo’n pijn aan mijn rug? Volgens mij moet ik naar het ziekenhuis? BOE-HOEH-BOE-HOEH!’ Franky schrikt en gaat achter Bart zitten om zijn rug te bekijken. ‘En, snif, snif, bloed ik hard?‘, vraagt Bart snikkend. ‘Euh, ik zie helemaal geen bloed, maar…. ‘ Hij voelt even over de rug van Bart, die meteen luid jammert. ‘Auw, AUW!‘, roept Bart, ‘je doet me heel erg pijn.’ ‘Tsja,‘ antwoordt Franky, ‘je hebt wel een enorme bult op jouw rug. Wat is er eigenlijk gebeurd?’

Die mens… snif … heeft op mij geschoten … snif… en….’ ‘GE-SCHO-TEN!?!’, gilt Franky luid. ‘Ja… snif…. met een katapult en een steen … snif… en het was dus raak… snif….’. Franky kijkt geschrokken naar beneden en naar de bus. Daar staat de kok zijn verhaal te doen aan de groep mensen, die ondertussen terug zijn van hun wandeling. Hij wijst plots naar hun boom en Franky duikt weg. Even later kijkt hij terug stiekem naar de bus en een aantal mensen staan heel hard te lachen. Ook de kok.

Wat zijn dat voor gemene mensen!’, roept Franky, ‘Ik zal hen zelf eens bekogelen met….’ Hij ziet naar onder en ziet noten liggen. ‘Ik ga naar beneden en…. OH NEE! NEE NEE NEE!’ ‘Wat is … snif … er Franky… snif…?‘, vraagt Bart de baviaan nog nasnikkend. ‘STOM! Sorry Bart, maar ik heb het broodje laten vallen en nu is Willy, het wrattenzwijn dat smakkend aan het opsmullen.’Dat is niet erg, ik heb trouwens helemaal geen zin meer in dat vieze broodje. Trouwens, heb jij iets kunnen stelen in de bus?’

Het is een paar momenten stil en Franky zijn kaken kleuren helemaal rood. Het valt héél hard op, want hij is een zwart-wit aapje. ‘Euh Bart….’, stamelt Franky, ‘ik heb inderdaad een pak koekjes gevonden in de bus. Die heb ik open gemaakt en ….’ Hij telt even op zijn vingers. ‘… 6 koekjes meegenomen.’ ‘Maar waarom niet heel het pak?’, vraagt Bart. Ondertussen is hij gestopt met huilen en denkt hij niet meer aan zijn bult op zijn rug. ‘Tsja,’ lacht Franky, ‘dat vind ik heel slim van mezelf. Zo lijkt het niet of ik het gestolen heb. Misschien twijfelen de mensen nu zelf of ze het al open hebben gemaakt. Toch?‘ Bart denkt even na, maar knikt dan. ‘Ja, goed gedaan. Laat ons die koekjes nu opeten.’ ‘Euh…’, aarzelt Franky weer, ‘die koekjes heb ik ondertussen al zelf allemaal opgegeten.’

Het blijft heel even stil en beschaamd kijkt Franky naar Bart. Die knijpt even zijn ogen dicht en plots krijst hij enorm luid en laat zijn tanden zien. Bart springt op en neer en op en neer op de tak en blijft loeihard krijsen. Franky schrikt enorm, slingert zich naar een andere boom en verstopt zich. Ook de mensen aan de bus schrikken hard en kijken allemaal naar de boom. Na een paar minuten stopt Bart met krijsen en kijkt om zich heen.’

Franky? Waar ben je? Verdorie, ik heb honger!’, gilt hij. Franky kijkt voorzichtig uit zijn schuilplaats. ‘Bart, sorry, ik had de koekjes moeten delen. Weet je wat? Ik zal terug naar de bus gaan en de rest van het pak halen voor jou’, roept hij terug. Bart schudt zijn hoofd. ‘Nee, nee, nee. Dan gaan die mensen jou ook beschieten. Weet je wat? Ik wil die koeken al lang niet meer. Ik heb zin in noten en bananen.’ Franky springt recht en komt terug naast Bart zitten. ‘Bart,’ antwoordt hij met een heel serieus gezicht, ‘jij hoeft vandaag helemaal niks te rapen of plukken. Ik ga voor jou de aller-aller-aller lekkerste bananen plukken en zoveel noten, dat ik ze niet kan dragen.’ Bart glimlacht. ‘Nee hoor, mijn beste vriend, wij gaan die bananen samen zoeken.‘ Franky kijkt naar Bart en lacht nu ook. ‘Ja, dat doen we.’ En ze gaan samen op stap.

Credit: Nathan Farrish

Voorlezen maakt van kleintjes grote lezers.

1 Trackback / Pingback

  1. Rennen of sterven: wat een gelaagde Doggerland thriller! -

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.